Op naar de stad


januari 17, 2016    Carola van der Heijden    



De culturele humuslaag van de stad
#inspiratieblog #2

Overal gonst het om me heen… de stad wordt belangrijker… daar gebeurt het qua kunst en cultuur… De stad transformeert…

Winkels raken leeg, kunst trekt naar de grote stad. Hoe ga je daarmee om? In mijn blogs zal ik komende tijd daar regelmatig op terug komen, want het onderwerp is booming!

Ook op het OCW-congres 2015 was de stad het onderwerp: “De trek naar de steden is ongeëvenaard: sinds de 21e eeuw leeft voor het eerst de meerderheid van de wereldbevolking in een stad. De aantrekkingskracht van steden, of preciezer gezegd, stedelijke regio’s wordt gevormd doordat zij het brandpunt van creativiteit en innovatie zijn.”

Ik zie het al een tijdje in de praktijk… de professionele kunst en cultuur vertrekt steeds meer naar de grote steden. De humuslaag van kunst –betaalbare ateliers, exposities, galeries, activiteiten-  verdwijnt een beetje in de dorpen en kleinere steden.

In het dorp waar ik woon is wel veel kunst en cultuur te vinden maar met name op amateurniveau, dat is prima maar niet erg interessant voor de professional. Als ik naar de iets grotere stad ga, is dat Leiden. Dan zie ik dat de Museum Lakenhal wel veel doet voor de lokale kunstenaar, maar dat er haast geen professionele galerie, geinstitutionaliseerde galerie meer is; het grote ateliercomplex Haagweg 4 wordt veel kunstenaars te duur en zij trekken weg. Ik zie zelf dat ik steeds minder opdrachten uit Leiden krijg, ze komen nu vooral uit de grote steden Den Haag en Amsterdam.

Ik maakte me wel zorgen over deze ontwikkelingen, maar is dat wel terecht? Als ik met de jongere garde spreek, zijn zij eigenlijk wel verbaasd. Van de vroegere galeries (de Pieter, Stelling, Celine, Haagweg 4, Sidac Studio enz) is weinig of niets meer over, maar daar schijnen ze niet veel last van te hebben. Het is nu anders: flexibel, minder gericht op de autonome kunsten en meer gericht op de hybride kunstenaar, op de creatieveling.Egbert Fransen van Pakhuis de Zwijger over deze creatieveling: “Meer in de randen waar creatieven bezig zijn, die niet denken in het onderscheid tussen vrije kunst en toegepaste kunst. Het is spannend waar de totale cross-over wordt gemaakt. Dat gebeurt in vrijplaatsen en broedplaatsen.”

Misschien is het gewoon anders en moet ik het niet negatief zien. In een week tijd maakte ik namelijk kennis met deze jonge kunstinitiatieven:

De Draw Club: een wisselende groep, veelal professionals die overdag achter hun schermpje zitten en die wekelijks komen tekenen in café; ook vergelijkbare groepen in Amsterdam en Rotterdam; ze worden  veelgevraagd om bijzondere activiteiten op te leuken (dat ze terecht niet doen, want ga ze dan wel gewoon betalen).

Old School: een leuk creatieve popup broedplaats met flexwerkplekken, winkel met kunst aan de muur voor de verkoop.

Galerie Leidse Lente: hip café en met kunstgalerij.

Par: online fotogalerie, onlineshop, organiseert analoge workshops en exposities.

KraftPark: culturele hotspot net buiten het centrum: “hét nieuwe creatieve stadskwartier van Leiden met veel ruimte voor (co)creatie en innovatie”.

Nieuwsgierig naar informatie over de trek naar de stad:

Gratis lunchlezing De Nederlandse Geografie van Culturele Verzorgingsgebieden door Prof. Dr. Pieter Tordoir op donderdag 28 januari 2016 van 12.00 – 13.30 uur bij het Ministerie van OCW te Den Haag

Verslag over OCW-congres

Vanaf april in Rotterdam: Architectuur Biënnale 2016 in Rotterdam